Doel van betekening
Het onderliggend doel van de betekening van een exploot door een deurwaarder, is de waarborging dat degene die het exploot dient te ontvangen, deze ook daadwerkelijk ontvangt. Het spreekt voor zich dat bezorging per gewone post deze zekerheid niet garandeert. Daarom heeft de wetgever dan ook de belasting- en gerechtsdeurwaarder de bijzondere taak gegeven om er voor te zorgen dat met de meeste zekerheid het exploot de betrokkene zal bereiken.
Uit de wettelijke bepalingen komt in ieder geval naar voren dat de betekening dient te geschieden aan het woonadres. Uit de wet volgt echter niet dat een betekening op een brief- of postadres mogelijk is. Op zich logisch want dat is immers niet de woonplaats van de betrokkene. Het is dan ook maar de vraag of de wet dusdanig geïnterpreteerd mag worden, dat ook een exploot kan worden betekend aan een briefadres.
Briefadres
Ieder inwoner van Nederland, die tenminste 4 maanden in Nederland verblijft, dient zich in de gemeente waarin hij woont in te schrijven op het adres waar hij (meestal) overnacht. Indien een persoon geen woonadres heeft, dan levert dat zonder meer een probleem op voor wat betreft de gemeentelijke inschrijving, ook wel BRP (Basis Registratie Personen) genoemd. Het is immers niet juist ergens als bewoner ingeschreven te staan, indien men op dat adres feitelijk niet woont. De gemeente geeft derhalve de mogelijkheid om een persoon op een adres in te schrijven, waarbij dat adres wordt aangemerkt als briefadres. Dit briefadres is meestal van een familielid, vriend of kennis waarmee is afgesproken dat de post daar ontvangen wordt. Daarnaast kan er ook een briefadres worden aangehouden bij een instelling die door de gemeente daartoe is aangewezen. Bijvoorbeeld bij het Leger des Heils of sociale opvang. Op deze wijze kan iemand zonder woonplaats, toch per post bereikt worden.
Rechtsgeldige betekening
In het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) staat precies aangegeven hoe een exploot rechtgeldig kan worden betekend. Voor de betekening aan een natuurlijk persoon zijn er, in dit kader, 5 opties:
1. Er wordt een exploot betekend aan de betrokkene in persoon;
2. Indien de betrokkene niet persoonlijk wordt aangetroffen, kan de deurwaarder het exploot ook achterlaten aan een huisgenoot aan de woonplaats van betrokkene;
3. Indien er aan de woonplaats ook geen huisgenoot wordt getroffen, maar iemand anders, dan kan ook aan die persoon een exploot worden betekend, indien van deze persoon is aan te nemen dat deze zal bevorderen dat de betrokkene het exploot tijdig zal bereiken;
4. Indien de betrokkene wel persoonlijk wordt bereikt, maar deze weigert het exploot in ontvangst te nemen, dan bestaat er de mogelijk om het exploot in de macht van betrokkene achter te laten en hem daar nadrukkelijk op te wijzen. Vervolgens zal er een afschrift van het exploot in een gesloten envelop aan de woonplaats worden achter gelaten, dan wel wordt deze per post aan het woonadres gestuurd;
5. Indien helemaal niemand wordt aangetroffen op het woonadres, dan kan de deurwaarder daar een afschrift in een gesloten envelop achter te laten.
De wet biedt ook nog andere opties voor rechtsgeldige betekening. Deze worden genoemd in artikel 48 Rv. e.v..
Het woonadres
Zoals hiervoor uiteengezet geschiedt rechtsgeldige betekening aan het woonadres van de betrokkene. Een briefadres is zoals gezegd geen woonadres in de zin der wet. In de wet wordt de woonplaats aangeduid als: ‘de woonplaats van een natuurlijk persoon bevindt zich te zijner woonstede, en bij gebreke van woonstede ter plaatse van zijn werkelijk verblijf’.[1] De woonstede van iemand is die plaats waar hij werkelijk woont met zijn gezin, waar hij de zetel van zijn fortuin heeft, zijn zaken behartigt, zijn goederen en eigendommen beheert. Kortom, de plaats waar iemand niet vandaan gaat dan met een bepaald doel en tevens met het plan om als dat doel is bereikt, terug te keren. Van grote betekenis om de woonstede te bepalen is die plaats waar iemand regelmatig slaapt.
Rechterlijke uitspraken
In de rechtspraak is men in de verschillende lagen verdeeldheid over de mogelijkheid te betekenen op een briefadres. De Hoge Raad heeft in haar uitspraak van 17 november 2015[2] in een strafrechtelijke zaak, geoordeeld dat bij gebreke van een “woonadres” een “briefadres” als bedoeld in artikel 1.1 Wet Brp. kan worden aangemerkt als “het adres waar de geadresseerde als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen” waaraan gerechtelijke mededelingen kunnen worden betekend (artikel 588 eerste lid aanhef en onder b sub 1° Sv.). Hierbij dient te worden opgemerkt dat de Hoge Raad zich nog niet nadrukkelijk heeft uitgelaten of een dergelijke opvatting ook civielrechtelijk te gelden heeft.
Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft daarentegen geoordeeld dat een bij de gemeente opgegeven briefadres weliswaar de mogelijkheid biedt om onder omstandigheden beter bereikbaar te zijn, maar het is niet gelijk te stellen met een bekende woon- en/of verblijfplaats waar betekening kan plaatsvinden.[3] Volgens het Gerechtshof had een rechtsgeldige betekening openbaar dienen te geschieden.
Conclusie
Indien een betrokkene bij de gemeente heeft aangegeven dat hij op een bepaald adres staat ingeschreven met een briefadres, dan kan naar onze zienswijze een exploot aldaar betekend worden. Hetzij aan een persoon die op dat adres aangetroffen wordt (die zal bevorderen dat de betrokkene het exploot tijdig zal bereiken), hetzij ex artikel 47 Rv. in een gesloten envelop met daarop de wettelijk vermeldingen. De betrokkene heeft immers ondubbelzinnig aangegeven op het briefadres zijn post te willen ontvangen. Het is derhalve zeer aannemelijk dat bij de betekening aan een briefadres, het exploot de betrokkene met grote zekerheid zal bereiken. Post vanuit de overheid en andere officiële instanties ontvangt de betrokkene immers ook op dat adres. Daarbij komt dat het bij de gemeente geregistreerde briefadres kan worden aangemerkt als een gekozen woonplaats in de zin van artikel 1:15 BW, aldus de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland.[4]
Tot slot dient te worden vermeld dat betekening van stukken via een postbusnummer niet als rechtsgeldig kan worden aangemerkt.
Bron: Vismans