Een onderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen, in opdracht van het programma Politie & Wetenschap, geeft aan dat de samenwerking tussen politie en het gemeentelijk stadstoezicht in de grote steden te wensen over laat. Dit valt te lezen in een bericht van Binnenlands Bestuur op 27 juni. Een van de oorzaken is dat politiemensen vooroordelen hebben over b.v. het vermeende gebrek aan daadkracht bij Buitengewone Opsporingsambtenaren (BOA’s). Het werk van een BOA bestaat hoofdzakelijk uit het op straat toezicht houden, bestrijden van overlast en parkeercontroles. Bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie leeft/leefde het idee, om BOA’s in plaats van agenten ter assistentie mee te sturen met (belasting)deurwaarders bij bijvoorbeeld binnentredingen en huisuitzettingen. Zowel de KBvG als de DCN hebben zich hier krachtig tegen uitgesproken. Een kwalificatie over het huidige werk dat de BOA’s doen, wordt door de deurwaarders overigens niet gegeven.
jun 29 2014