De Centrale Raad van Beroep heeft de gemeente Haarlem in het gelijk gesteld in een zaak tegen een uitkeringsgerechtigde. De man was een boete opgelegd omdat hij geen of onvolledige inlichtingen had verstrekt over een bijschrijving van 360 euro (zijnde een lening van een kennis) op zijn rekening. Met het genoemde bedrag werd een deurwaarder betaald. Al eerder was aan dezelfde persoon een boete opgelegd vanwege een eerdere overtreding bestaande uit eenzelfde gedraging. Dit woog mee bij de beslissing ven de Centrale Raad van Beroep: ”Uitgaande van normale verwijtbaarheid, van recidive en de overige omstandigheden heeft het college de boete op juiste wijze vastgesteld en is de aan appellant opgelegde boete evenredig”. Lees hier verder. Ook in deze casus geldt: een tijdige betaling dan wel een op tijd getroffen en nagekomen regeling had de kosten van een deurwaarder voorkomen.
jan 05 2021