De ambtshandelingen van de gerechtsdeurwaarder worden beschreven in het ‘Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders’ (Btag). Het besluit is gebaseerd op de Gerechtsdeurwaarderswet en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. In het Btag wordt een drietal onderwerpen geregeld:
1. de afbakening van de ambtshandelingen;
2. de vaststelling van vaste bedragen die de schuldenaar ter zake van die ambtshandelingen is verschuldigd;
3. de bedragen die de gerechtsdeurwaarder bij wijze van voorschot mag vragen voor het verrichten van de ambtshandeling.
De kosten welke in rekening worden gebracht bij handelingen welke worden verricht door belastingdeurwaarders, zijn geregeld via de Kostenwet.
Per 01 januari 2019 zijn deze kosten op enkele details aangepast, verhoogd en wel als volgt:
Artikel 3:
Voor het betekenen van een dwangbevel met bevel tot betaling is verschuldigd € 42 (was € 41) verhoogd met € 4 van elk geheel bedrag van € 45 waarmee de gevorderde som € 45 te boven gaat, met dien verstande dat niet meer verschuldigd is dan € 12.356 (was 12.197).
Artikel 4 lid 1
Voor het in beslag nemen van een goed en het deswege opmaken van proces-verbaal is verschuldigd € 58 (was € 57). Voor de verkoop van een goed en het deswege opmaken van proces-verbaal is verschuldigd € 74 (was € 73). Duren de verrichtingen ter plaatse langer dan vier uren, dan worden de genoemde bedragen verhoogd met € 16 voor elk volgend uur of gedeelte daarvan.