De procedure rondom het verzenden van een aanmaning gaat op de schop. Tevens stelt de Hoge Raad strengere eisen aan het in rekening brengen van incassokosten. Dit alles na een rechtszaak die werd aangespannen tegen het factureringsbedrijf Famed uit Amersfoort. De wettelijke betaaltermijn van veertien dagen gaat in de nieuwe situatie pas lopen op de dag ná ontvangst van de aanmaning en het is aan de schuldeiser/verzender om aan te tonen dat de aanmaningsbrief door de schuldenaar is ontvangen. Het zou hierdoor wel eens kunnen dat, om er zeker van te zijn dat de aanmaningsbrief is aangekomen, deze aangetekend moet worden verzonden. In hoeverre de uitspraak op termijn consequenties kan hebben voor door de overheid verzonden aanmaningen en postdwangbevelen, moet worden afgewacht. Belastingdeurwaarders horen regelmatig dat deze niet zijn ontvangen. Op grond van een toegezonden postdwangbevel kan er zelfs een vorm van tenuitvoerlegging plaatsvinden door middel van een beslag op het inkomen.
nov 30 2016