Het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) blijft voorlopig administratiekosten innen bij bekeuringen. Ook stort het bureau geen administratiekosten terug. Het CJIB maakte dit bekend naar aanleiding van een uitspraak van een rechter op 9 februari jl. De rechtbank in Amsterdam besliste toen in een uitspraak, dat de administratiekosten die het CJIB extra vraagt bij een bekeuring, onterecht is.
Er zijn aanknopingspunten in de zaak die mogelijk duidelijkheid geven of reeds betaalde administratiekosten terug moeten worden betaald. Dit blijkt uit een vonnis dat is uitgesproken na een zaak, die werd aangespannen door een hoogleraar Recht en Bestuur aan de Wageningen Universiteit. Betrokkene kreeg een bekeuring omdat hij te snel had gereden. Met de bekeuring was hij het eens, met de administratiekosten niet. Omdat er tegen deze kosten geen bezwaar kan worden gemaakt, werd de bekeuring wel betaald maar de extra kosten niet. Na enkele aanmaningen om alsnog te betalen volgde er een dwangbevel en met dit dwangbevel stapte hij naar de rechter.
Een van de hoofdpunten in het betoog was dat er tegen een besluit van de overheid geen bezwaar kan worden gemaakt, de rechter was het hier mee eens. Hiermee wordt aangehaakt bij de mening van het parlement: “voor een straf hoeft niet (extra) te worden betaald.”
In het vonnis wordt onder meer uitgelegd dat een boete “moet prikkelen om niet in herhaling te vervallen” Het betreft dus geen dienst waarvoor moet worden betaald. Met de uitspraak werd de hoogleraar vrijgesteld van betaling, ook alle andere kosten hoeft hij niet te betalen.
De overheid is in beroep gegaan tegen deze uitspraak. Het CJIB oordeelt hier dat het in de uitspraak gaat om een individueel geval en int de administratiekosten in opdracht van het Openbaar Ministerie volgens de Wet administratiefrechtelijk handhaving verkeersvoorschriften (Wahv).